Ten noorden van de hoofdstad Madrid ligt Castilla y León, de grootste autonome regio van Spanje. Deze streek heeft een heel afwisselend landschap, met in het hart uitgestrekte hoogvlaktes en rondom bergketens. Ongerepte natuur wordt er afgewisseld met middeleeuwse steden en dorpjes, gotische kathedralen, kloosters en kastelen. En uiteraard heel veel wijngaarden. De meeste liggen bij de Duero-rivier, die de regio richting Portugal begrenst. Het stroomgebied heeft een uitstekend klimaat voor drie belangrijke DO’s. Meest oostelijk ligt Ribera del Duero, het gebied van de tinto fino. Beter bekend als tempranillo, een druif die hier complexe, stevige wijnen oplevert. Centraal in het gebied ligt Rueda, waar decennialang zware sherry-achtige wijnen werden gemaakt. Met de toenemende vraag naar lichtere wijnen werden massaal nieuwe druivensoorten geplant en innovatieve technieken toegepast. De inheemse verdejo en internationale ster sauvignon blanc geven heel frisse, stuivende wijnen, inmiddels gewild over de hele wereld. De derde, meest westelijk gelegen streek, is Toro. Een wijngebied in opkomst. Hier worden moderne vinificatietechnieken toegepast voor heel sappige en fruitige rode wijnen.