In het noordwesten van Italië ligt Piëmont, met als belangrijkste stad Turijn. Piemonte, letterlijk ‘aan de voet van de berg’, wordt in het noorden bij het Aostadal omringd door Alpenreuzen, die een natuurlijke bescherming bieden. Hoewel ook hier wat wijnbouw voorkomt, presteert vooral de wijnstok ten zuiden van de rivier de Po optimaal. Microklimaatjes ontstaan in dit deel van Piëmont heel gemakkelijk en vormen samen met de unieke bodem een ideale plek voor het maken van topwijnen. In het gebied valt ongeveer dezelfde hoeveelheid neerslag als in Bordeaux. Uit Piëmont komen de beroemde en kostbare barolo en barbaresco, krachtige wijnen gemaakt van de nebbiolodruif. Het zijn ideale bewaarwijnen die, eenmaal gerijpt, een roestige kleur hebben en bijna fluweelachtig zacht kunnen worden. Ook de barbera is hier veel aangeplant en levert steeds vaker kwaliteitswijnen op, gemaakt op traditionele Bordelaise wijze. De minder verspreide dolcetto geeft een frisse elegante wijn met een laag tanninegehalte, de wijn kan zich goed kan meten met beaujolaiswijnen. Voor wit is de fris-zoete, licht mousserende Moscato d’Asti wereldberoemd. Lokale witte variëteiten als arneis en cortese zijn minder bekend, maar geven heel karakteristieke en vaak interessante wijnen.
