Men neemt aan dat dat de Italiaanse wijnbouw zijn oorsprong vindt op Sicilië; hard bewijs ontbreekt. Wat we wel weten is dat op het zuidelijke eiland al drieduizend jaar wijn wordt gemaakt. Sicilië mag dan misschien vooral bekendstaan om de Etna, wij zoomen hier in op de eeuwenoude historie van wijnbouw. Het waren de oude Grieken die hier als eerste wijnranken aanplantten. De Feniciërs en later de Romeinen begrepen dat Sicilië een uniek stuk land was. Het klimaat op het eiland kenmerkt zich in het zuiden door droogte en warmte, met veel zonuren en sporadisch wat regenval. De droogte – in combinatie met de continue zeebries – zorgt ervoor dat de druiven optimaal kunnen rijpen en schimmels en ziekten in de wijngaarden nauwelijks voorkomen. Hierdoor zijn de omstandigheden op Sicilië ideaal voor (biologische) wijnbouw. In het noordoosten van het eiland – bij de Etna – kan het daarentegen weer flink koud worden. Wijngaarden liggen hier op grote hoogte en dat maakt de diversiteit in wijnen op dit eiland ook zo groot.
De familie Di Maria van Tenute Orestiadi maakt optimaal gebruik van het bijzondere en eeuwenoude Siciliaanse terroir. Maar dan wel met een eigentijdse inslag: hun kelder is hypermodern en voorzien van de laatste technologieën. Typische Siciliaanse druiven zijn voor rood de nero d’avola en nerello mascalese en voor wit de grillo en inzolia. Allemaal terug te vinden in de wijnen van Molino a Vento, waarin je het onmiskenbare karakter van het eiland proeft.
