Emilia-Romagna is het kloppende culinaire hart van Italië. Denk aan Parmaham, Parmezaanse kaas en balsamicoazijn. Maar ook op wijngebied valt er veel te ontdekken: van sprankelende rode lambrusco’s tot verfijnde witte wijnen uit de heuvels rond Bologna.
De regio strekt zich uit van de Apennijnen tot aan de Adriatische kust en bestaat eigenlijk uit twee culturele delen: Emilia, met haar boerenkeukens en bruisende lambrusco, en Romagna, dat meer mediterraan aanvoelt en bekendstaat om zijn sangiovese wijnen. Samen vormen ze een mozaïek van wijnstijlen en terroirs.
Historie
De wijnbouw in Emilia-Romagna gaat terug tot de Etruskische tijd. Al in de Romeinse oudheid werd wijn uit deze regio geëxporteerd naar het noorden van Europa. Hierna ontwikkelde de regio een reputatie van bulkwijnen, waaronder een eenvoudige, zoete lambrusco. Maar in de laatste decennia heeft de regio een sterke kwaliteitsomslag gemaakt. Met zorgvuldige vinificatie is de reputatie van de regio als serieuze wijnproducent stevig gegroeid.
Klimaat
In het westen heerst een overwegend continentaal klimaat en in het oosten een meer mediterraan klimaat. De uitlopers van de Apennijen zorgen voor verkoeling en temperatuurschommeling die essentieel zijn voor aroma-ontwikkeling van de wijnen.
Druiven
Lambrusco, wat eigenlijk een verzamelnaam is voor verschillende inheemse druivenrassen, staat het meest aangeplat in de regio. De resulterende wijnen zijn meestal licht mousserend, levendig, sappig en laag in alcohol. De droge varianten lenen zich voor uitstekende wijnspijs combinaties. Hiernaast wordt sangiovese als dé druif van Romagna gezien. De wijnen zijn fruitig met zachte tannines en aroma’s van kersen, aardbei en specerijen. Voor witte wijnen woorden voornamelijk albana, pignoletto en trebbiano romagnolo gebruikt. De witte wijnen gaan van zachte, frisse huiswijnen tot zoete stijl wijnen met honingachtige aroma’s.