Het langgerekte Chili is volledig geïsoleerd: het land wordt ingesloten door de Stille Oceaan (in het westen en zuiden), de Atacamawoestijn (in het noorden) en het Andesgebergte dat in het oosten een natuurlijke barrière met Argentinië vormt.
Deze isolatie is van grote waarde geweest voor de Chileense wijnbouw. Als één van de weinige landen is Chili nooit getroffen door de allesverwoestende phylloxera vastatrix (tegenwoordig heet de druifluis dactylosphaera vitifolii). Hierdoor kunnen wijnstokken direct worden geplant, en hoeft er dus geen tijd en geld geïnvesteerd te worden in het enten van resistente wijnstokken. Het land is grofweg in vijf wijnregio’s op te delen. Van noord naar zuid onderscheiden we Atacama, Coquimbo, Aconcagua, Central Valley (met de bekende subregio's Maipo, Rapel, Colchagua en Maule) en de zuidelijke regio. Opvallend genoeg zijn de verschillen in typen bodem en klimaat binnen de grenzen van een wijngebied soms nog groter dan tússen deze officieel benoemde wijnregio’s.
Over het algemeen heeft Chili een stabiel mediterraan klimaat, met veel zon en een bijzonder schone lucht. Het verschil tussen dag- en nachttemperatuur is ongekend groot. Het geheel aan factoren leidt tot zuivere, fruitige wijnen. Rode wijnen hebben vaak een kenmerkend muntsmaakje. Bovendien stellen de bijzondere omstandigheden de Chilenen in staat om (grotendeels) op biologische wijze te verbouwen; de weinige pesten en ziekten zijn op natuurlijke wijze te bestrijden. De meest aangeplante blauwe druiven zijn cabernet-sauvignon, merlot, carmenère en pinot noir. Chardonnay, sauvignon blanc, riesling en gewürztraminer vormen de basis voor de meeste witte wijnen.
De wijnproductie is in relatief hoog tempo gemoderniseerd. Europese wijnmakers hebben enorm in de wijnbouw geïnvesteerd, de zogenaamde ‘flying winemakers’ doen er alles aan de natuurlijke potentie volop tot uiting te laten komen en de Chileense oenologen zijn goed opgeleid, zeer competent en kunnen leunen op veel ervaring. In moderne wijnmakerijen werken zij met roestvrijstalen tanks, terwijl de wijnboeren van de klassieke school kiezen voor vergisting op barriques of grote houten vaten. Natuurlijke gisten en minimale filtratie zorgen hierbij voor de meest verfijnde wijnen. De ontwikkeling van nieuwe wijngaarden wordt voorafgegaan door bodemonderzoek, om juist die druiven aan te planten waarvoor zo min mogelijk irrigatie nodig is.
Geografie
30-50° ZB
Wijngaarden
214.000 ha
Hectoliter per jaar
12 miljoen
Rode wijn
75%