Aan de voet van het grote Alpenmassief ligt Alto Adige, misschien wel het mooiste en meest indrukwekkende wijngebied van Italië. De lokale bevolking heeft het liever over Südtirol: de provincie hoorde voor de Eerste Wereldoorlog bij Oostenrijk en was Duitstalig. Direct ten zuiden van de provinciestad Bolzano liggen de uitgestrekte wijngaarden als een lapjesdeken op de soms steile hellingen, beschermd door de hoger gelegen bossen. Schilderachtige dorpjes sieren het dal en geven het gebied een ‘Sissi-achtige’ sfeer. Kwaliteitswijnen komen vooral van de hoger gelegen gebieden, waar de bodem minder vruchtbaar is. Een typische lokale variëteit is lagrein voor rode wijn, maar er worden ook goede resultaten geboekt met pinot nero (pinot noir) en merlot. Witte druiven zoals pinot grigio, chardonnay en pinot bianco zijn voor de productie de belangrijkste soorten. Daarnaast doen müller-thurgau, gewürztraminer en sauvignon het ook erg goed. Dit gebied profiteert van de meeste zonuren van Italië, maar de sterke afkoeling ’s avonds leidt tot een geweldige frisheid en zuiverheid in de wijnen. Ze worden daarom ook wel getypeerd als ‘gebottelde berglucht’.
