Bij ons thuis proberen we niet al te veel over wijn te praten, gewoon omdat het er op andere momenten al vaak genoeg over gaat. In mijn wereld zijn werk en privé nu eenmaal nauw met elkaar verbonden, dus ook buiten kantoor gaat het vaak over wijn. Het is voor veel mensen ook een leuk gespreksonderwerp. Dan krijg ik te horen wat voor mooie flessen er onlangs werden gedronken of word ik even om een adviesje gevraagd. Een van m’n beste vrienden belde me ooit vanuit de Albert Heijn omdat er een paar grote cru’s voor een habbekrats lagen. Welke moest hij meenemen? Ik zei dat hij een eikel was dat hij die niet bij mij kocht, maar adviseerde hem de Lafite niet te laten liggen. Met regelmaat word ik vanuit restaurants geappt of ik even een wijnadvies kan geven. Dat vind ik best lollig en ik doe het graag. Blijkbaar vertrouwen ze op m’n kundigheid.
Koude kelders
Waar werk en privé elkaar ook regelmatig raken, is tijdens de vakanties. Want als er wijngaarden in de buurt liggen, vind ik het toch lastig om dat voor lief te nemen. Zeker als er zich een bevriende wijnboer op rijafstand bevindt. Dat zijn immers twee vliegen in een klap: de producent blij om me te kunnen ontvangen op zijn domein en mij scheelt het een extra reis op een later moment. De meeste producenten vinden het al helemaal leuk als je het gezin meebrengt. Mijn gezin staat hier overigens vaak wat anders in.... “Ahhh, moeten we echt wéér naar een wijndomein?” “Hebben ze een zwembad?” “We blijven er toch niet ook eten?” “Moeten we dan weer zo’n koude kelder in?” Dat dus… Meestal onderhandel ik daarom bij ons thuis één dagje per week om zelf op pad te gaan en hooguit één ochtend of middag met z’n allen. Ik weet uit eigen ervaring dat ze er mooie herinneringen aan over zullen houden. Een van die herinneringen is op de Etna. We vertoeven die vakantie op Sicilië, een prachtig eiland met een grote diversiteit aan landschappen en culturele invloeden, ontelbare pittoreske dorpjes, heerlijk eten, prachtige wijnen en de zee altijd binnen handbereik.
De wijngaard Casa Decima ligt op 1100 meter hoogte tegen de flank van de vulkaan.
In drie weken tijd gaan we het eiland rond. De laatste dagen verblijven we in een gehucht niet ver van Catánia aan de voet van de Etna. Vanuit de tuin van ons hotelletje hebben we een schitterend uitzicht op de krater, die – we hebben geluk – ‘s avonds zeer actief is en de lava meters hoog de lucht in spuwt. Iedere ochtend ligt er een vers laagje donker as op de straten, dat op bochtige wegen verraderlijk glad kan zijn.
Een heroïsche wijngaard
Zelf kijk ik al weken uit naar deze dagen aan de Etna. Niet omdat de vakantie mij te lang duurt, maar omdat ik een bezoek gepland heb staan aan Santa Maria La Nave, van Sonia Spadaro Mulone. Haar project op de flanken van de vulkaan is werkelijk uniek en ik wil niets liever dan deze bijzondere wijngaarden bezoeken. Bovendien is Sonia een zeer inspirerende dame die ik tot dan toe alleen nog maar via video calls heb ontmoet. Helaas is Sonia – moeder van twee jonge kinderen en getrouwd met een man die in Milaan woont en werkt, waardoor haar leven bestaat uit heen en weer reizen – door haar enkel gegaan en zit nu in het gips. Het is voor haar daarom onmogelijk om samen met mij naar haar meest bijzondere en heroïsche wijngaard, Casa Decima, gelegen op 1100 meter hoogte op de noordwestelijke flank van de vulkaan, te gaan. Het goede nieuws is dat haar man, Riccardo, speciaal voor ons bezoek is overgekomen en samen met mij de tocht zal ondernemen. Want dat is het: een hele tocht. De afspraak is om bij zonsopgang te vertrekken, dus meld ik me in de schemering bij het huis van Sonia en Riccardo. Deze laatste blijkt een joviale kerel, die bovendien vloeiend Engels spreekt. We stappen in een stoffige, oncomfortabele fourwheeldrive. Bij het eerste beste dorp wordt gestopt: tijd voor espresso en zoete broodjes. De zon komt langzaam op en kleurt het landschap.
Ruïne als eetkamer
We vervolgen onze weg, die steeds slechter en bochtiger wordt. Sommige delen zijn nauwelijks begaanbaar vanwege resten van gestolde lavastromen die de weg hebben gekruist. Inmiddels hebben we de verharde weg verlaten en op het moment dat het pad lijkt te stoppen, slaan we af en bevinden we ons in een kleine oase van wijngaard, bloemen, bosschages en fruitbomen. De bodem is er donker en lijkt op een heel fijn, zacht zand dat enorme stofwolken achterlaat als je er overheen loopt. Riccardo legt me uit dat de mensen hier door de eeuwen heen gezocht hebben naar de juiste druivenrassen voor deze omgeving en grond, wijnstokken die de sterke wind, hevige temperatuurwisselingen en droogte verdragen. Die omstandigheden, in combinatie met de sterk geïsoleerde ligging, hebben ervoor gezorgd dat inmiddels bijna alle wijngrond hier verlaten is. En dat terwijl het potentieel juist enorm is.
Alleen de juiste druivenrassen kunnen de hevige temperatuurwisselingen verdragen.
Daarom bedacht Sonia, geholpen door de kennis van oude bewoners en experts van de universiteit, een plan om uitstervende autochtone druiven te redden. Vijftien jaar heeft het haar gekost om deze wijngaard, die uit allerlei kleine perceeltjes bestaat, aan te leggen. Vol trots laat Riccardo me alle hoekjes van het terrein zien, inclusief een oude ruïne die wordt hersteld om te dienen als ontvangstplek voor gasten. Zwaar onder de indruk meld ik me die middag bij het zwembad, waar ik nauwelijks ben gemist. In de namiddag bezoeken we met het hele gezin de kelder van Sonia, die ik nu eindelijk in levenden lijve mag ontmoeten. De hartelijkheid is zo groot, dat ook onze kinderen lachend rondlopen. We bezoeken een wijngaard dichter bij de kelder, aangeplant op de hellingen van oude, gedoofde kraters. Ook mijn gezin is onder de indruk; zulke wijngaarden, hebben ze nog nooit gezien. In de avond genieten we van een heerlijk diner begeleid door de spectaculaire wijnen van dit unieke domein. Voor de kinderen is er cola, en zelfs die lijkt hier extra lekker.