Het interieur van Rigatoni is modern en ademt een knusse sfeer. Middelpunt is de lange bar waaraan we plaatsnemen. Jules vertelt dat zijn droom om een pastarestaurant te beginnen is ontstaan tijdens vakanties in Italië. “Ik ben geïnspireerd door de Italiaanse vorm van het goede leven. Italianen nemen echt de tijd voor dingen. Ze koken met veel liefde. Vorig jaar zat ik met mijn vriendin ergens in Toscane te eten. De hoogbejaarde kok maakte een ravioli met eidooier, pecorino en spinazie die zó perfect was, ik zweer je, ik had tranen in mijn ogen. Zulke verfijning in gerechten met een paar ingrediënten, dat is pure kunst. Daar wilde ik een stukje van naar Nederland halen. Italianen zijn heel erg met kwaliteit bezig, maar op een relaxte manier. Als je daar bent, dan voel je dat. Ze nemen de kwaliteit van eten en wijn heel serieus, zonder het er eindeloos over te hebben. Het is er om de gezelligheid te ondersteunen.
Maar je komt natuurlijk praten over de wijn,” zegt Jules terwijl hij de fles opent. “Ik heb deze wijn om meerdere redenen gekozen. Ten eerste is hij heel lekker. Die combinatie van fruit, kruiden, best wat kracht en een fris zuurtje, dat is precies wat ik zoek in een rode wijn. Hij is gelaagd, maar niet moeilijk. Daarom is hij zo lekker bij eten. Het kan lastig zijn om wijn te vinden die bij tomatensaus past. Tomaten zijn best zuur, en een beetje zoet.
Als we naar Toscane gaan, zijn we voornamelijk aan het eten en drinken. Soms rijd je naar een nieuwe plek. Maar dat is uiteindelijk ook om daar weer te gaan eten en drinken.
Hij is gelaagd, maar niet moeilijk. Daarom is hij zo lekker bij eten. Het kan lastig zijn om wijn te vinden die bij tomatensaus past. Tomaten zijn best zuur, en een beetje zoet. Wijn kan daar een metalige smaak van krijgen. Maar een sangiovese als deze past er dankzij de zuren en de kruidigheid juist heel goed bij. Ten tweede doet hij het dankzij de aardse tonen ook erg goed bij onze casarecce met zomertruffel en parmezaan.”
De eerste keer dat hij deze wijn proefde was op het domein. “Ze zijn daar heel gastvrij, en de omgeving is intens mooi. Voor je het weet zit je met een glas wijn in je hand en een bord prosciutto voor je neus. Dan neem je een slok, en weet je niet meer wat er aan zo’n moment zou kunnen ontbreken. Terug in Nederland haalde ik een fles bij jullie. Je verwacht dan dat ‘ie thuis tegenvalt, zonder het vakantiegevoel. Maar het tegenovergestelde was waar: toen ik hem proefde was het net alsof ik weer in Toscane was! Toen wist ik dat deze wijn bij mij op de kaart moest.”