Sicilië is een van de spannendste wijnregio’s van Italië. Vanwege zijn rijke geschiedenis, diverse microklimaten en vulkanische bodems ontstaat er een uniek terroir waar traditie en moderniteit samen komen.
Als grootste wijngebied qua oppervlakte van Italië, staat Sicilië bekend om krachtige rode wijnen, aromatische witte wijnen én de opkomst van terroirgedreven kwaliteitswijnen, met de Etna als internationaal wijnicoon.
Historie
De Siciliaanse wijncultuur is verweven met eeuwen van invloeden: van de Grieken en Romeinen tot Arabieren en Spanjaarden. De Romeinen hebben Sicilië in kaart gebracht met een zoete wijn, mamertinum, een favoriet van Julius Caesar. De wijn werd destijds voornamelijk op lagergelegen gebieden verbouwd. Dit resulteerde, door de hitte, wijnen op met nauwelijks fruittonen. Toen het vaste land haar kennis deelde over modern wijngaardbeheer en nieuwe vinificatie technieken, ontstonden er elegante, frisse en droge wijnen waar het bijzondere terroir meer uit naar voren kwam.
Klimaat
Het klimaat op Sicilië kent warme zomers en zachte winters. Door de zeewind en de hoogteverschillen worden de hele zomers getemperd, vooral rond de Etna waar ook kwalitatief de betere wijnen vandaan komen. De droge omstandigheden in de zomers verkleinen het risico op ziektes, wat Sicilië geschikt maakt voor biologische wijnbouw.
Bodem
De bodem op Sicilië is uitzonderlijk divers. Rond de Etna domineren de unieke vulkanische bodem. Rijk aan mineralen en uniek is structuur biedt dit de mogelijkheid tot productie van elegante, frisse wijnen. Andere delen van het eiland bieden klei, kalksteen, zand en alluviale bodems. Deze diversiteit draagt bij aan het brede palet aan wijnstijlen van krachtig en zwoel tot licht, mineraal en verfijnd.
Druiven
Nero d’avola is de belangrijkste rode druif van Sicilië. Wijnen hiervan zijn krachtig, donker fruitig, met tonen van pruim, chocolade en kruiden. In het zuidoosten wordt nero d’avola vaak geblend met frappato, een lichtere, sappige druif die aroma’s van aardbei, kers en bloemen toevoegt. Bij de witte wijnen is voornamelijk de frisse, aromatische grillo populair. Op de Etna speelt een andere druif de hoofdrol, namelijk carricante. Deze druif zorgt voor uitgesproken zuren, ziltigheid en een mineraal karakter.
