Zij werkt er enkel met lokale druiven; verkregen uit selecties van stekken van pré-druifluis (Phylloxera) stokken, op wijngaarden die niet het makkelijkst te bewerken zijn. Het gebied is ruig, veeleisend en bevindt zich op grote hoogte (tussen 800 en 1100 meter). De rijke grond is door de eeuwen heen beschermd door vulkaanuitbarstingen. De percelen liggen op de steile hellingen van oude gedoofde kraters. Er wordt volgens de oude tradities van Etna wijn gemaakt, waarbij alles ‘met lichte hand’ gebeurt, gericht op verfijning en expressie. De focus ligt voor 100% op buitengewone wijnen, kostbaar fruit, de liefde voor de vulkaan en haar druiven.