Dit kleine druifje met dunne schil, is lastig te verbouwen, mede omdat hij laat rijpt. De wijn die hij voorbrengt heeft een lichte kleur en oogt delicaat, maar laat je hierdoor vooral niet op het verkeerde been zetten. Nebbiolo heeft namelijk een hoge zuurgraad en een stevige tanninenstructuur en de wijnen hebben doorgaans ook een gedegen houtopvoeding nodig om de tannine te verzachten. Daar staat tegenover dat nebbiolo een ultieme antenne is van terroir en complexe wijnen voortbrengt, met vele nuances en een groot bewaarpotentieel. Mits afkomstig van een mooi terroir en op de juiste wijze behandeld, zowel in de wijngaard als in de kelder. Met name de wijnen uit barolo en barbaresco kunnen van uitzonderlijke klasse zijn. Een van de eerste producenten die inzag dat ieder stukje grond, iedere wijngaard zijn eigen unieke karakteristieken heeft, was Ceretto. Het waren de broers Marcello en Bruno Ceretto die in de zestiger jaren hun wijngaarden, hun cru’s, individueel begonnen te vinifiëren, op te voeden en te bottelen, in plaats van ze te assembleren, naar lokaal gebruik. De rest is historie. Vandaag de dag is Ceretto nog altijd – of beter: méér dan ooit – een van dé topproducenten uit het gebied.