Wat definieert een wijnstreek? Om het antwoord te vinden op die vraag – en ik vind het heerlijk om me daar in te verdiepen – lees ik me altijd goed in voordat ik op reis ga. Er is een aantal gemene delers dat een streek zijn typiciteit geeft. De ligging, de samenstelling en structuur van de bodem, het (meso)klimaat en de gebruikte druivenrassen bepalen tezamen voor een deel het ter-roir, maar dit kan binnen een en dezelfde streek ook al grote verschillen opleveren. Maar hoe geweldig een terroir in potentieel ook is, als de wijngaard niet met inzet, liefde en gedrevenheid bewerkt wordt, zal het nooit écht grote wijnen voortbrengen. Dat maakt de menselijke factor van het terroir misschien wel het spannendste gedeelte. Ik probeer altijd heel goed te luisteren naar wat een wijnmaker beweegt, naar zijn filosofie en ook zijn toekomstbeeld. Voor mij gaat een wijnstreek dan ook pas echt leven als ik er zelf ben geweest. Tijdens een wandeling door de wijngaarden en kelder met de wijnmaker vallen de eerder opgedane flarden aan informatie vaak als puzzelstukjes in elkaar.
Voor mij gaat een wijn pas echt leven als ik in de streek ben geweest
Liefde op het eerste gezicht
Rías Baixas is zo’n streek waar ik in één oogopslag verliefd op ben geworden. Dit grillige en woeste gebied ligt in het noordwesten van Spanje, nabij Portugal, aan de Atlantische Oceaan in de provincie Galicië. Hier is de Keltische geschiedenis zichtbaar en hoorbaar in het lokale Galego. Het woord rías staat voor de fjordachtige inhammen, die het landschap zo markeren. Net als de rest van de Atlantische noordwestkust van Spanje, is Rías Baixas erg groen door de grote hoeveelheid neerslag. Er valt hier op sommige plekken meer dan twee keer zo-veel regen als in Nederland (!). Deze weersomstandigheden vragen om een robuuste druif en het geleiden van de stokken in zogenaamde pergolas, lokaal parras genoemd, waar ze hoger van de grond opgebonden worden aan granieten palen. In de laatste decennia heeft de druif albariño hier enorm aan populariteit gewonnen en dat is niet voor niets. Albariño is in staat om geweldige wijnen voort te brengen met een bredere waaier aan stijlen dan men misschien in eerste instantie zou verwachten. Van zeer fris en bijna stuivend tot een weelderige rijke stijl met houtopvoeding en bewaarpotentieel. Albariño is met zijn dikke schil goed bestand tegen de hoge luchtvochtigheid. De bodem is hier rotsachtig en bestaat veelal uit verweerd graniet en zand, met een excellente drainage. Maar zodra de zon hier schijnt, merk je aan de intensiteit ervan ook duidelijk dat je in het zuiden bent. Het groeiseizoen in Rías Baixas is lang, waardoor er in de druiven veel smaak wordt opgebouwd. Niet zelden worden tijdens de vergisting de schillen kort meegeweekt met het sap voor extra smaakintensiteit.
Albariño brengt meer verschillende wijnstijlen voort dan je zou verwachten
Wat samen groeit, boeit
In de wijnwereld hebben we een gezegde; als het samen groeit, is de kans groot dat het als wijn-spijscombinatie boeit. In de haven van Vigo komt een groot deel van alle vis voor de Spaanse markt binnen. Aan de kust worden mosselen, oesters, kokkels, langoustines en natuurlijk de bijzondere ‘percebes’ (eendenmosselen, een soort schaaldieren) gevangen. Hierbij komt albariño in al zijn stijlen zeer van pas. Ondertussen weten we ook dat hij verrassend goed combineert met pikante en uitgesproken smaken als soja, ponzu, wasabi, gember, groene curry en citroengras. Wat samen groeit, boeit, geldt eigenlijk ook voor de inwoners van deze streek. Net als het landschap en de weersomstandigheden zijn Galiciërs eigenzinnig en stuurs. Ze hebben een onnavolgbare trots op hun taal en cultuur. Daarnaast is hun eigen stukje land hen heilig, dat verkoop je nooit. Mede hierdoor spelen coöperatieve wijnmakerijen een grote rol. Wijnbouw is hier nog veelal kleinschalig en een polycultuur. Ze verbouwen veel groente in hun eigen tuintjes, vaak onder hun parras, zoals aardappelen, kool en knolraap waar stevige kost van wordt gemaakt.
Doorgeefluik van de bodem
Bij Okhuysen werken we met twee geweldige producenten uit Rías Baixas. Beide komen uit de belangrijkste subzone Val do Salnés. Het leuke, en vooral ook leerzame, is dat zij ieder een geheel eigen stijl albariño maken. De exceptioneel gelegen wijngaarden van Adegas Gran Vinum grenzen direct aan zee. Je ruikt er de zilte lucht en onder je voeten kraken kleine schelpjes, die zijn neergelegd om de bodem te voeden. De bescheiden Enrique Piñeiro Cores is hier de derde generatie. Even verderop in Rías Baixas vinden we Rodrigo Méndez, wiens wijngaarden in het binnenland bij het dorp Meaño zijn gelegen. Hij is de vijfde generatie; zijn opa was zelfs nog een van de drijvende krachten achter de totstandkoming van de DO Rías Baixas in 1988. De albariño is voor hem dan ook een doorgeefluik van de bodem. Om het pure terroir te vangen, werkt hij daarom zo sober mogelijk, met lage rendementen, op zoek naar de concentratie in de druif. Het verschil tussen deze twee wijnmakers en hun wijnen, laat voor mij de diversiteit van deze streek uitmuntend zien.
Galiciërs zijn eigenzinnig en trots op hun taal en cultuur