Het zal u vast niet verbazen dat vakanties van een Okhuysen-medewerker zich toevalligerwijs vrijwel altijd rondom een wijnregio afspelen. Zo was ik zelf dit voorjaar in de Maremma Livornese. Nu zal dit de gemiddelde lezer niet veel zeggen, maar u bent allen wijnliefhebbers, dus wanneer ik erbij vertel dat het de streek rondom Bolgheri betreft, gaat er vast een lampje branden. Nu is Bolgheri zelf prachtig, maar vooral ook erg klein, en daarom wil ik u als uitvalsbasis voor een verblijf graag het heuvelstadje Castagneto Carducci tippen. U kunt hier gemakkelijk een paar uur doorbrengen, beginnend met een cappuccino met een brioche alla crema op een van de terrasjes in de Via Vittorio Emanuele, gevolgd door een wandeling door de middeleeuwse straatjes. Al struinend komt u vanzelf terecht op het Piazzale Eugenio Curiel vanwaar u een fenomenaal uitzicht heeft over de wijngaarden van de DOC Bolgheri, met daarachter de Tyrreense Zee. Op heldere dagen is in de verte zelfs Elba te zien.
Voor de lunch stel ik me zo voor dat u aanschuift op het verscholen panoramaterras van Pizzeria Da Ciro, waar u uzelf onder het genot van een gekoelde fles vermentino, een bord risotto allo scoglio en het fantastische uitzicht op zee een paar uurtjes kunt overgeven aan het dolce far niente; het zalige nietsdoen. Voor het middagprogramma rijdt u een kwartiertje de heuvel af richting Marina di Castagneto, waar u aan het eind van een stoffig zandpad Bagni Pancrazio zult aantreffen, waar de bedjes nét even lekkerder liggen en de franciacorta nét even beter smaakt dan in de andere strandtenten van het dorp. Wanneer de avond valt, maken we ons langzaam op voor het diner. Alleen al voor de uitgebreide en bijzonder schappelijk geprijsde wijnkaart met daarop alle topwijnen van de streek, is een bezoek aan de osteria van Tenuta San Guido, de makers van Sassicaia, een must. U vindt dit restaurant aan het begin van de iconische Viale dei Cipressi, de vijf kilometer lange cipressenlaan die Castagneto met Bolgheri verbindt. Carducci schreef er zijn beroemdste gedicht over, waarvan iedere Italiaan de eerste strofes kent: “De cipressen die te Bolgheri hoog en fraai, in dubbele rij naar San Guido leiden, kwamen mij als jonge reuzen in vliegende vaart tegemoet gesprongen en keken mij aan. Ze herkenden mij – die nu weergekeerd was – en fluisterden mij toe met geneigde kruin: “Waarom stap je niet uit? Waarom blijf je niet hier? Fris is de avond en bekend is je de weg.”’
Hier ontstond het fenomeen van de ‘Supertuscan’.