Alberto is net terug uit de Verenigde Staten en Canada en nog enigszins jet-lagged. Hij heeft in een korte tijd een tiental steden aangedaan om klanten te ontmoeten en proeverijen te houden. Het bezoeken van de markt vindt hij belangrijk. Ten eerste om de boodschap goed over te brengen en ten tweede om te zien en horen hoe de mensen zijn wijnen ontvangen. Het verhaal van Paltrinieri is immers niet standaard. Cantina Paltrinieri ligt in Cristo di Sorbara, vlak bij de stad Modena, in een smalle, vlakke strook tussen de rivieren Secchia en Panaro, het historische deel van de streek. Alberto’s grootvader werd verliefd op dit stuk land tussen de rivieren en besloot zijn carrière als chemicus te verruilen voor die van wijnboer. We schrijven 1926. Alberto: “Mijn grootvader kwam niet uit de wijnwereld en had ook geen verdere bagage van ouders die hem vertelden hoe hij de dingen moest doen. Hij was gepassioneerd en wilde vooral kwaliteit maken, vanaf het eerste begin. Er was nog geen consortium, geen gecontroleerd herkomstgebied, geen bureaucratie. Op zijn etiket zette hij Lambrusco di Sorbara Extra en Produzione Propria, om de onderscheidende kwaliteit te benadrukken. Geëxporteerd werd er in die tijd ook niet. De verkoop was vooral lokaal, met hier en daar een klant in Milaan en Rome.”
Troebele wijnen met sediment
De ouders van Alberto zetten de manier van werken van grootvader Achille voort en maakten hun wijnen volgens de hier toen traditionele, ancestrale methode. Daarbij wordt de niet volledig uitgegiste wijn gebotteld, waarna de gisting op fles verder gaat en het vrijkomende koolzuur in de fles gevangen blijft. In de zeventiger jaren doet de Méthode Charmat zijn intrede: mousserende wijnen op rvs-tank, met – indien gewenst – behoud van restsuikers. Alberto: “Het landschap in Lambrusco veranderde toen snel. In de jaren tachtig kwamen de grote producenten op, die met de nieuwe methode grote hoeveelheden goedkope, mousserende, zoete rode wijn maakten. Mijn vader wachtte tot ik klaar was met studeren, en wilde tot mijn komst niets aan zijn werkwijze veranderen.
Dat waren zware tijden, want de concurrentie was hevig en de reputatie van lambrusco stortte in. Mensen begrepen de wijnen van mijn vader ook niet meer; die waren troebel, bezaten sediment, terwijl de andere lambrusco’s helemaal steriel waren. Dat is nu juist weer helemaal de mode, maar werd toen als fout beschouwd. Op het rugetiket zette mijn vader daarom dat het aanwezige sediment een teken van authenticiteit was.” Toen Alberto eindelijk klaar was met studeren (Alberto: “Ik heb geen haast gemaakt.”) en op het domein kwam werken, maakten ze voor het eerst ook wijn volgens de Charmat methode. “Natuurlijk met een focus op kwaliteit; dat was sowieso, als klein bedrijf, ons enige bestaansrecht.” Een andere grote vernieuwing die Alberto bracht, was zijn focus op de zuurdere sorbaradruif. De lambrusco’s van toen waren rood van kleur, zoetig en zwoel van smaak en bevatten geen zuren. Alberto maakte lambrusco van 100% sorbara, met een lichtroze kleur en mooie zuren. Een compleet andere stijl, die de markt in eerste instantie niet begreep en zelfs niet wilde. Ook andere producenten hadden er veel moeite mee. Tot men de kwaliteit, met zijn frisse zuren en goede complexiteit, toch ging waarderen en ook topsommeliers graag wilden werken met deze nieuwe wijnen. Alberto: “Ik ben in de traditie van mijn grootvader en mijn ouders blijven werken, maar traditie is niet een vast gegeven.
Binnen de traditie kan je dingen veranderen, verbeteren. Voor mij is dat een continu proces, geboren uit een echte passie voor het wijnmaken. We voeren verbeteringen door in het wijngaardwerk, doen perceelselecties, druivenselecties, scheiden het ‘vrij-weglopende’ sap bij de pers, van de eerste en daaropvolgende persen, spelen met de duur van de opvoedingen op vat en variëren in de productiemethodes tussen frizzante, spumante, charmat, ancestrale, traditioneel. Ik laat me daarbij helpen door experts op het gebied van landbewerking, en een champagneproducent hielp me bij het perfectioneren van de traditionele methode. Zo zijn er steeds nieuwe wijnen ontstaan, nieuwe etiketten bijgekomen. Niet als strategie, maar in een zoektocht naar kwaliteit. De sorbaradruif speelt in die kwaliteit een cruciale rol voor ons.”
Vochtigheid zorgt voor goede salami
Bij de vraag naar zijn visie op duurzaamheid en biologische wijnbouw antwoordt Alberto: “Mijn opa en ouders werkten al duurzaam, ook toen dit nog niet politiek correct was. Zo zijn er bij ons nooit pesticides gebruikt. Maar biologisch werken volgens de huidige regelgeving is bij ons in de vlakte heel lastig vanwege de hoge vochtigheid. Die vochtigheid brengt ook veel goeds, zoals de kwaliteit van onze salami, maar in de wijngaard is het dus wat ingewikkelder. Toch maken we ook op dit gebied goede vooruitgang. Van de zeventien hectaren zijn er nu drie biologisch gecertificeerd en een groot deel van de rest is in conversie.” Zitten er naast de introductie van de eerste lambrusco van 100% sorbara, perceelselecties, rosé lambrusco en de eerste lambrusco gemaakt volgens de méthode traditionnelle, nog andere nieuwigheden in het vat? Alberto: “Eigenlijk is het nog een beetje geheim, maar jullie mogen het weten. Toen corona uitbrak en hier in en rond Modena heel veel mensen ziek zijn geworden en overleden, heb ik een speciale wijn gecreëerd waarvan de opbrengst naar de hulpinstanties ging. Omdat ik niet voldoende wijn uit één oogstjaar beschikbaar had, maakte ik een blend van twee jaren. Het resultaat was verbluffend goed. Het heeft me geïnspireerd om een lambrusco te maken met een houtopgevoede reservewijn van meerdere oogstjaren. Een solera, naar voorbeeld van champagne en eigenlijk ook hoe we hier de balsamicoazijn maken. Iets wat dus al bestond, gebruiken we voor een nieuwe soort lambrusco. Op het resultaat zullen jullie nog even moeten wachten.”