De Loire is met zijn meer dan 1000 km lengte niet alleen de langste rivier van Frankrijk, hij is tevens naamgever aan hetmeest uitgestrekte wijngebied van het land. Niet verwonderlijk dat de variatie aan wijnen er groot is. Toch is het aantal gebruikte druiven vrij beperkt. De absolute hoofdrolspelers voor witte wijn zijn de melon de bourgogne, chenin en sauvignon, en voor rood de cabernet franc, gamay en pinot noir. Voor wit vinden we daarnaast ook nog gros plant, folle blanche, chardonnay, chasselas en romorantin, en voor rood malbec (cot), grolleau, cabernet-sauvignon en pineau d’aunis. Vanaf (grofweg) Nantes nabij de Atlantische Oceaan lopen de wijngaarden via Orléans tot Pouilly-sur-Loire in het oosten. Hier maakt de rivier een grote bocht naar het zuiden, waar verder stroomopwaarts nog enkele minder bekende streken liggen zoals de Côtes d’Auvergne, Côte Roannaise en Côtes du Forez. Iedere streek heeft zo zijn eigen karakteristieken, maar wat ze met elkaar gemeen hebben, is hun natuurlijke frisheid die voortkomt uit een uitstekende zuurgraad. Het maakt Loirewjnen levendig, verteerbaar en doordrinkbaar. Toch zijn veel wijnen die hier vandaan komen nog altijd vrij onbekend bij een groter publiek. Hoog tijd om u mee te nemen op reis!
Salon des Vins de Loire
Op 3 en 4 februari van dit jaar vond weer de jaarlijkse Salon des Vins de Loire plaats in Angers. Een overzichtelijke en intieme beurs, waar producenten graag naartoe komen om hun nieuwe oogstjaren te showen en wellicht een nieuwe klant binnen te halen. Voor ons een uitstekende aanleiding om weer eens die kant op te gaan en ons Loire-assortiment aan te vullen. We mikken daarbij op Anjou, Montlouis en Menetou-Salon. We hebben flink wat afspraken gemaakt. Bovendien plakken we er een paar extra dagen aan vast om bezoeken te kunnen brengen aan onze vaste leveranciers, van Muscadet tot aan Pouilly-Fumé. Mijn reisgenoten voor de week zijn Femke Pruis, Milton Verseput en natuurlijk onze Loirespecialist Job Joosse, die er niet alleen iedere wijngaard kent, maar ook alle historische kastelen.
Zondag 5 februari
We rijden we vroeg in de ochtend weg uit Haarlem. Om 15.30u worden we verwacht bij onze vrienden van Luneau-Papin en daarvoor moeten we nog even onze kamersleutels ophalen van de Chambre d’Hôtes - Il était une fois chez moi in Le Loroux-Bottereau, een charmante plek om de nacht door te brengen (met heerlijk ontbijt!). Keurig op tijd komen we aan in Le Landreau, een gemeente ten oosten van Nantes, op de linkeroever van de Loire. We zitten hier in het hart van Muscadet-Sèvre-et-Maine, in de Loire-Atlantique.
Het is het thuis van een van de allerberoemdste domeinen uit de streek, Luneau-Papin. Hier werken ze al jaren biodynamisch in hun wijngaard van 35 hectare, maar daar blijft het niet bij. Nog eens 35 hectare bewerken ze voor de biodiversiteit. Pierre-Marie Luneau: “De biodynamie helpt om de wijngaard sterker te maken. Door de opwarming van de planeet valt er het ene moment veel regen, en is het in de zomer heel droog. Maar doordat de wortels in onze wijngaard heel diep de grond in gaan, kunnen de planten deze droogte aan.” Hun grootste probleem is echter de vorst, die elke twee jaar ‘toeslaat’. Daardoor zijn de rendementen in de wijngaard gemiddeld 22 hectoliter per hectare, terwijl het potentieel 50 is. Tijdens ons bezoek zien we Pierre-Marie aan het werk bij drie persen tegelijk: zo kan hij voor ieder perceel het persprogramma aanpassen aan de kwaliteit van de druiven. Na een uitgebreid bezoek aan de wijngaarden, volgt een uitgebreide proeverij van alle wijnen. We sluiten af met een heerlijk diner, met enkele prachtige oude jaargangen. De hele maandag brengen we door op de beurs. We maken kennis met enkele zeer interessante domeinen. Helaas heeft niet iedereen wijn beschikbaar of hebben ze al distributeurs in Nederland. Maar we hebben succes bij een topproducent uit Anjou, waar we woensdag langs zullen gaan.
Dinsdag 7 februari
Op dinsdagochtend, vóór de beurs, gaan we naar Château d’Epiré in het beeldschone Savennières om de wijngaarden te bezoeken en foto’s te maken. Na de beursdag komen we terug om te proeven in de kelders. Savennières ligt iets ten westen onder Angers, op de rechteroever van de Loire, waarop je hoog op de côteau een schitterend uitzicht hebt. De bodem is hier stenig, terwijl de wijngaarden profiteren van een ligging op het zuiden. Op dit prachtige château uit de 17e eeuw installeert de familie Bizard zich aan het eind van de 19e eeuw. De naast het kasteel gelegen kerk wordt in 1905 getransformeerd tot wijnkelder, waarin tot op de dag van vandaag de wijnen worden gemaakt en opgevoed. Alle wijnen zijn hier wit, voornamelijk strak droog, gemaakt van de chenindruif. Alle percelen worden individueel in klein tanks gevinifieerd en opgevoed op rvs of op oude eikenhouten vaten. Met Paul Bizard staat hier nu de 5e generatie aan het roer. Paul is al even gepassioneerd als zijn vader Luc, maar stiekem zien we hier al wat kleine ontwikkelingen die de nu al hoge kwaliteit verder zal doen laten toenemen.
Woensdag 8 februari
Na twee overnachtingen in het bijzondere Château le Fresne in Bouchemaine, direct naast Savennières, gaan we op weg naar Domaine des Roches Neuves, nabij Saumur. Maar eerst gaan we in alle vroegte nog langs bij Clos de l’Élu. Op de beurs is het ons gelukt om een afspraak te maken op dit geweldige domein in Anjou. Nog beter nieuws: Charlotte en Thomas Carsin willen dolgraag met ons samenwerken! Het bezoek is van het eerste tot het laatste moment ontzettend boeiend. Het stel komt oorspronkelijk uit Bretagne, maar wil niets liever dan wijn maken. In 2008 kunnen ze in Anjou 23 hectare prachtige grond kopen, waarvan 18 hectare beplant. De reputatie van Anjou is niet heel groot, waardoor de grond ook niet duur is, maar de verkoop van Anjou, zeker op hun niveau, blijkt lastig. In 2019 besluiten ze uit de appellation te stappen omdat ze zich niet thuis voelen bij alle regels en vrij willen zijn in hun zoektocht naar de hoogste kwaliteit. Hierdoor mag het woord clos niet meer op het etiket en veranderen ze hun naam in Terre de l’Élu. Ze werken zo natuurlijk mogelijk, zowel op het land als in de kelder. In de wijngaard zijn voor de biodiversiteit en ook als bescherming tegen de vorst aarden wallen aangelegd, beplant met hagen en bomen. Ook in de wijngaard zijn bomen neergezet en andere gewassen aangeplant, die schaduw geven en het grondleven gezond houden. In de kelder gebruiken ze geen industriële gisten, de tanks worden niet gekoeld en er wordt niet gepompt en niet gefi lterd. De persen voor de witte wijnen zijn zeer lang en rood vergist veelal met hele trossen. De wekingen zijn kort, op basis van infusie; dus geen remontage of pigeage. Dit alles resulteert in absolute topwijnen met veel verfi jning. Charlotte geeft ons hun sleutelwoorden voor de stijl wijn die ze nastreven: “élégance, gastronomie et émotion”.
Thierry is niet blij, we zijn te laat. Hij had de wijngaarden met ons in willen gaan en dat gaat nu niet meer lukken. “We moeten namelijk ook heel veel proeven!” Bij aankomst doet Thierry nog even nukkig, maar dan volgt de omhelzing. We duiken snel de indrukwekkende grotkelders van het domein in. Thierry werkt al vele jaren biodynamisch en is een groot voorbeeld voor wijnmakers in heel Frankrijk.
Zijn wijnen blinken uit in verfijning en expressie. 2021 was (ook) hier een slachting. 70%(!) van de oogst ging verloren door de vorst. Maar wijnboeren in de Loire weten dat deze risico’s erbij horen. Gelukkig is de kwaliteit wel heel goed en bracht 2022 een ruimere oogst. Ondertussen rennen we in het doolhof aan gangen achter Thierry en zijn zoon Louis aan, om steeds weer bij een nieuw vat te stoppen en te proeven. Bij ieder vat volgt ook weer een verhaal. Wijnen van een kleigrond proef je midden op je tong, leert Thierry ons. “En dit vat is van een kalkgrond. Het kalk geeft de wijn veel energie. Je proeft hem aan de buitenkant van je tong.” Inmiddels hebben we dertig vaten geproefd en ook nog wat prachtige oude wijnen van fl es, waaronder 1993 Franc de Pieds en 1995 Marginale. De koude kelder heeft ons tot op het bot verkleumd. De heerlijke lunch in de gezellige eetkeuken die Marie Germain ons serveert doet wonderen. We hebben eigenlijk geen zin om weg te gaan, maar moeten door; de dag is nog lang.
Thierry Germain spreekt: De informatie die Thierry met ons deelt is vaak om te smullen: “Je hebt twaalf maanden nodig om een druif te maken. Het evenwicht zit in het terroir. Ik zoek daarbij naar een ‘nobel vegetaal’, niet naar iets wat heel rijp is.” En: “De schil is er om de druif te beschermen. Het ene jaar is hij dikker, het andere dunner. We proeven om te bepalen of de schillen rijp zijn, waarbij we de identiteit van het oogstjaar voor ogen houden. We willen niets maskeren.” Of: “Ik doe geen analyses meer van mijn wijnen. Ze zeggen altijd het tegenovergestelde van wat je proeft en dat gaat in tegen je emotie.” Of: “Met lange houtopvoedingen wil een wijnmaker de tanninen verbergen. Dan heeft hij of onrijp geplukt of te veel extractie toegepast. Een langere flesrijping is daarentegen wel interessant.” En tot slot: “Bij het maken van onze wijnen zoeken we naar een zekere légèreté, luchtigheid. Dan kan een wijn alsnog een goede concentratie hebben. Dat zijn twee verschillende dingen!''
Het volgende bezoek is gelukkig om de hoek. We blijven in Saumur-Champigny, bij Clotilde Legrand. Clotilde is maar liefst de 12de generatie van wijnmakers binnen haar familie, maar zij is sinds 2014 de eerste vrouw die het domein leidt. Ze heeft de beschikking over 16 hectaren, verdeeld over verschillende gemeenten, aangeplant met cabernet franc. De oudste stokken zijn hier bijna honderd jaar oud zijn. De percelen zijn volgens de lokale traditie ommuurd met tufstenen muurtjes. Officieel is het domein nog niet biologisch, maar ze werken er al met veel aandacht voor een gezonde natuur. De bodem bestaat hier dus uit tufsteen, waarmee al die prachtige kenmerkende kastelen, kerken en huizen in de streek gebouwd zijn. De ondergrondse gangen die dankzij de steenwinning zijn ontstaan, bieden al eeuwen een ideale ruimte voor het maken en opvoeden van wijnen. Het is er vochtig en de temperatuur is het hele jaar constant 12°C. Na een rondleiding door de ommuurde wijngaard achter het huis en door de kelders, proeven we alle wijnen uitgebreid met elkaar door in het woonhuis van de familie. De wijnen gelden als traditioneel, zuiver en harmonieus.
Er staat vandaag nog één bezoek op het programma en wel in Chinon, bij het vermaarde domein Charles Joguet, gelegen op de linkeroever van de Vienne, een zijrivier van de Loire. Naamgever Charles Joguet was in de jaren zeventig van de vorige eeuw een visionair in het gebied. Hij was de eerste die op bourgondische wijze zijn wijngaarden apart bottelde en roestvrijstalen vinifi catietanks liet bouwen. Tegenwoordig is Kevin Fontaine, een begenadigd wijnmaker, verantwoordelijk voor de wijnen. Kevin heeft een filosofie die enigszins afwijkt van hoe veel andere boeren werken. Zo volgt hij de seizoenen en vindt hij temperatuurwisselingen in de kelder interessant. Alle druiven worden ontsteeld en hij doet remontages en pigeages tijdens de weking voor een goede vergisting. De persing vindt plaats voordat de alcoholische gisting klaar is. Je kunt namelijk harder persen als er nog suiker is, zonder dat je te veel extractie krijgt. De perswijnen zijn voor Kevin belangrijk in de assemblage. Je zou denken dat de wijnen hierdoor tannineus en stevig zijn, maar ze zijn juist vol elegantie. Ook op dit domein is er veel aandacht voor de biodiversiteit en bewerken ze de wijngaarden sinds 2018 biologisch. We bezoeken de wijngaarden en de gigantische grotkelder, en natuurlijk proeven we alle wijnen van het domein en enkele verschillende oogstjaren. Bij Joguet bewaren ze van iedere oogstjaar een deel van de flessen om die later, met enkele jaren fl esrijping op de markt te brengen. ’s Avonds eten we samen met Kevin bij Anne Charlotte Genet, dochter van de eigenaar, die het bedrijf runt. Ze heeft heerlijk voor ons gekookt, maar trakteert ons daarnaast op enkele prachtige oude jaargangen van het domein.
Donderdag 9 februari
De volgende ochtend rijden vanuit Chinon verder richting het oosten. Net voorbij Tours ligt Vouvray, beroemd om zijn (half)droge, zoete en mousserende wijnen, allemaal gemaakt van een en dezelfde druif: chenin. We bezoeken Domaine Brisebarre van Philippe Brisebarre, waar we al zo’n veertig jaar mee samenwerken. Het domein oogt op het eerste gezicht wat rommelig. De tanks zijn oud, net als de houten vaten en overal ligt gereedschap. Maar Philippe weet als geen ander waar hij mee bezig is en is een uitstekend wijnmaker. Dochter Anne Laure neemt ons mee door de oude grotkelders, maar Philippe blijft dicht in de buurt om haar verhalen aan te vullen of te verbeteren. Het blijkt een goed op elkaar ingespeelde tandem. Brisebarre bezit dertig hectare wijngaard, het begin van de vinifi caties gebeurt op rvs en glasvezel, en de opvoeding op vaten van gemiddeld vijftien jaar oud. Dat zijn allemaal vijfh onderdlitervaten, want hij doet aan lange vergistingen en daarbij wil je zo min mogelijk zuurstof. Een deel van de kelder is gevuld met purpitres, voor de mousserende wijn.
De Vouvray Brut van dit domein is en blijft een geweldig product voor een zeer lage prijs. Na de rondleiding met gedetailleerde uitleg volgt een proeverij waarin wij alle stijlen die Philippe maakt doorproeven, inclusief enkele geweldige oude wijnen, waarvan we zelfs nog wat in kunnen kopen Wat een feest! Ondertussen vult Anne Laure de tafel met grote stukken paté, rillette, bloedworst en kaas. Een eenvoudige, maar heerlijke maaltijd! Na afloop volgt nog een appeltaartje met een kopje koffie. Wat was dit een fijn bezoek!
We verlaten Vouvray en we rijden door naar het oosten en wel naar Sancerre. Een rit van 200 kilometer. We kunnen lekker doorrijden zodat we vooraf aan het bezoek, vast kunnen inchecken in onze Bed & Breakfast La Place op het centrale plein van Sancerre. Een prachtig en net opgeknapt adres. Daarna gaan we snel op pad naar Domaine de la Garenne, van Benoit en Fabienne Godon-Reverdy. Ook dit is een adres waar we al jaren mee werken. Een zekerheidje in ons assortiment, maar eigenlijk doen we dit fantastische domein daarmee tekort. Dat werd tijdens het bezoek ook goed duidelijk. Benoit is een uiterst gedreven wijnmaker, bij wie de passie ervan af spat. We moeten direct de wijngaarden in en bezoeken de drie hoofdbodems van de streek: caillottes (kalkstenen kiezels), argilo-calcaire (kalkrijke klei) en silex (vuursteen).
Garenne heeft wijngaarden op alle drie de hoofdtypes, die overigens ook veel overgangsvormen kennen. Benoit werkt nu al enkele jaren biologisch en is teruggegaan naar een volledig handmatige oogst. In totaal bezitten ze 9,5 hectare sauvignon blanc en 3 hectare met pinot noir. In de kelder werkt hij met kleine rvs-vaten om alle percelen individueel te kunnen vinifiëren, en daarnaast werkt hij met grotere houten foeders. Naast de prachtige witte Sancerres maakt hij ook een schitterende rosé en geweldig rood. Na dit fantastische bezoek nodigen Benoit en Fabienne ons uit om een hapje met elkaar te eten bij La Pomme d’Or, een oud en bekend adres in Sancerre, maar waar net een jong en ambitieus koppel is begonnen. Een aanrader! Moe maar voldaan zoeken we onze hotelkamers op. Morgen rijden we weer terug naar Haarlem.