Wijnmaker Karim Mussi Saffie van Altocedro is een trotse nazaat van Libanese immigranten in Argentinië. We werken bij Okhuysen al jaren met zijn prijswinnende wijnen en mochten Karim meerdere malen ontvangen op Proeven tussen de Stellingen. Vandaag is het aan Karim om óns te verwelkomen in zijn kantoor in Maipú, Mendoza. En nee, we zijn voor dit interview niet naar Argentinië gevlogen. We skypen vanuit Haarlem op een stra-lende zomerdag, terwijl het bij Karim in Mendoza twee graden vriest. Op het zuidelijk halfrond is het immers hartje winter.
Femke: Karim, ons kantoor ken je na al die bezoekjes aan Haarlem inmiddels wel, maar vertel eens: waar bevind jij je nu precies?
Karim: Ik bel je vanuit Bodega Alandes, één van onze boutique wijnhuizen. Zoals je weet hebben we meerdere wijnmakerijen verspreid over heel Mendoza. Mijn kantoor zit in dit prachtige pand uit 1904, nog gebouwd door Italiaanse immigranten. Zal ik je even een virtuele rondleiding geven? Ik zie dat het team net in vergadering zit over de nieuwe duurzame verpakking voor onze wijnen: “Jongens, zeg allemaal even hallo tegen Femke uit Nederland!”
Dit is Karim ten voeten uit. Een innemende persoonlijkheid, vol humor en altijd in voor een goed gesprek. Zeker wanneer we het hebben over zijn grote passie in het leven: het maken van wijn.
Femke: In 1999 vestigde je je als jonge wijnmaker in het dorp La Consulta in de Uco-vallei in Mendoza. Kan je ons uitleggen waarom dit gebied zo’n aantrekkingskracht op je had?
Karim: Dit gedeelte van Argentinië is één van de interessantste plekken om druiven te verbouwen. Mendoza is in feite een woestijn, maar profiteert enorm van zijn ligging aan de voet van de Andes. Je kunt de besneeuwde toppen hier zien liggen. Die bergen zijn niet alleen een spectaculair gezicht, maar zorgen ook voor een interessante bodemsamenstelling in onze wijngaarden. Daarbij kan het smeltwater worden gebruikt om de wijngaarden te irrigeren en de bergen houden ook nog eens nattigheid en slecht weer vanuit Chili tegen. Zoals je ziet is de lucht hier zelfs in de winter strakblauw. Die perfecte groeiomstandigheden maakten dat ik mijn eerste grote wijnproject, Altocedro, hier wilde beginnen. Overigens is Mendoza een ontzettend fijne plek om te leven. Ik woon nog steeds in dezelfde buurt waar ik geboren ben. Het is een grote stad, maar toch kent iedereen elkaar en er is altijd wel ergens een spontane barbecue of paella-avond.
Femke: Dat klinkt als het goede leven! Hoe proeven we dit eigenlijk terug in je wijnen?
Karim: In de hooggelegen wijngaarden krijgen de druiven veel zon. Ook is er een groot verschil tussen de dag- en nachttemperatuur, soms wel 15 graden in het groeiseizoen. De druiven ontwikkelen een dikke schil om hun nazaten, de pitjes, te beschermen. Deze combinatie zorgt voor een dieppaarse kleur, een fijne tanninestructuur en een prachtige concentratie van het sap. Die concentratie zie je terug in al mijn wijnen.
Femke: Je werkt met veel verschillende druivenrassen, maar klopt het dat de focus ligt op malbec en tempranillo?
Karim: Dat klopt. Voordat ik met Altocedro begon, heb ik veel research gedaan naar welke druivenrassen ik het best kon aanplanten. Voor de terroir van La Consulta bleek dat malbec en tempranillo voor rode en sémillon voor witte wijnen, en daar heb ik vol op ingezet. In mijn zoektocht stuitte ik op schitterende oude wijngaarden, van soms wel meer dan honderd jaar oud, waar ik druiven van inkocht om mijn eerste wijnen van te maken. Mijn eigen wijngaarden heb ik later weer beplant met stekjes van diezelfde oude stokken. Inmiddels hebben we 24 verschillende wijngaarden in La Consulta. Ik vind het tegelijkertijd belangrijk om uit te dragen dat het in Argentinië niet alleen maar om malbec draait. We hebben gezien hoe dat ging met merlot in Californië, daar raakten mensen op een gegeven moment een beetje op uitgekeken. Wij Argentijnen zijn gezegend met een enorme variëteit aan terroir, hoogteverschil en druivenrassen om mee te werken. Dat maakt ons uniek.
Femke: Over diversiteit gesproken, je maakt ook wijn van cool climate-druif pinot noir. Kan dat wel in een woestijn?
Karim: Dat is precies wat ik bedoel met de veelzijdigheid van dit gebied. Pinot noir gedijt inderdaad alleen in koele wijngaarden, denk maar aan de Bourgogne. Gelukkig kunnen we die koelte hier opzoeken. Hoe hoger je gaat, hoe kouder het wordt immers. Onze pinot noir maken we dus van hooggelegen percelen die profiteren van de koele bergwind uit de Andes.
Het kost een hoop bier om goede wijn te maken
Femke: Je bent ooit alleen begonnen, maar inmiddels maak je wijn onder verschillende labels, waar Altocedro er één van is. Maak je nog steeds alle wijnen zelf?
Karim: We zijn in die jaren inderdaad flink gegroeid en er lopen hier steeds meer goede mensen rond, maar we zullen altijd op boutique-niveau blijven opereren. Voor mij is het belangrijk om dicht bij het product te staan, zodat ik de kwaliteit en de consistentie van de wijn kan blijven garanderen. Ik ken nog steeds alle wijngaarden bij naam en ik ken de inhoud van alle tanks uit mijn hoofd, juist omdat ik er nog elke dag mee werk. Ook het wijnmaken zelf zal ik niet snel delegeren, dat vind ik het leukste aspect van mijn werk. En dan heb ik ook nog eens de beste hulp die er is: Laura Olguín (assistent-wijnmaker) en Facundo Bernasconi (chef wijngaardbeheer). Zij zijn mijn handen en ogen en we hebben aan een half woord genoeg om el-kaar te begrijpen. Met z’n drieën vormen we een topteam!
Femke: Welke wijn trek je zelf graag open aan het eind van een lange dag hard werken?
Karim: Mag het ook een biertje zijn? Mijn probleem met wijn is dat het me altijd zo aan het denken zet. Als het mijn eigen wijn is, dan ben ik vooral technisch aan het proeven en is het een wijn van een ander, dan zit ik óók te piekeren hoe de wijn in elkaar steekt. Dus na een lange dag proeven, vind ik niets lekkerder dan een koud biertje om mijn pallet op te frissen. Vandaar ook mijn motto: Het kost een hoop bier om goede wijn te maken!
