Astrid Joosten moet zelf van een groot terroir komen. Al bijna veertig jaar verschijnt ze op tv en haar schoonheid is nog immer onaangetast; très naturelle et élégante. Eigenlijk zoals ze haar persoonlijke wijnvoorkeur omschrijft: ‘Ik zoek naar de pure expressie van de druif, die ik vind in het fruit en niet in de toevoeging van overdreven eikenhout of overmatige extractie.’ Door ons gesprek loopt de grote liefde die zij heeft voor wijn als een rode draad. Niet zo vreemd dat haar hobby uiteindelijk uitgroeide tot een vak. Maar het duurde wel even voor het zover was.
Precies 2 voor 12
Astrid: ‘Bij ons thuis speelde wijn geen grote rol, al stond er naast sherry en bier ook wijn op tafel bij speciale gelegenheden. Tijdens mijn studie in Amsterdam dronken we goedkope pakken Pinard van Albert Heijn bij het eten. Echt heel erg. Nu ik mijn smaak verder heb ontwikkeld zou ik het nog wel eens willen proeven. Dat moet echt verschrikkelijk zijn. Als ik dan soms uit eten ging, dronk ik daar iets lekkerders bij. Het begon me te irriteren dat ik later niet had onthouden wat dat dan was. Ik wist geen naam, geen druif en ook geen streek. Dus volgde ik een paar avonden een wijncursus in Amsterdam, om te snappen wat ik lekker vond. Rond die tijd gingen we een keer eten bij De Librije. Die avond proefde ik smaken die ik nooit eerder had geproefd, zowel qua eten als qua wijn.
Die hele avond had niemand een toespeling gemaakt op mijn bekendheid van tv. Maar toen het dessert kwam, een soufflé – natuurlijk zeer bewerkelijk en lastig te timen – zette Jonnie deze op tafel met de toevoeging: “Zo, precies 2 voor 12…” Na afloop dronken we met Jonnie en Thérèse nog een borreltje in de keuken. We bleven tot 4 uur zitten: er was een enorme klik. Toen Thérèse vertelde dat ze iedere zaterdag met het team proefden om wijs-spijscombinaties te vinden bij de nieuwe creaties van Jonnie, zei ik dat ik dat wel eens mee wilde maken. En dat mocht! De eerste keren zat ik er als een kleuter bij, maar het was geweldig. Ik wilde dat ook graag doen!
Zelf wijn verkopen
Op aanraden van Thérèse ging ik naar de wijnacademie, waar er een wereld voor mij openging. Maar ik wist ook: dit is pas het begin. In die periode had ik twee boeken geschreven en mijn uitgever vroeg of ik een boek over wijn wilde schrijven. Ik zag dat niet zitten – zeker de stof reproduceren die ik zelf net geleerd had – en tipte Thérèse Boer. Die wilde het best doen, maar dan alleen samen met mij. Dat leek me toch wel leuk. We schreven twee laagdrempelige boeken, met groot succes. Toen we nadachten over een derde boek, opperde Jonnie dat we zelf ook wijn konden gaan verkopen in een webshop. Hij zag namelijk hoe enthousiast mensen waren tijdens onze workshops. Dat idee sprak ons enorm aan, maar we hebben er ons ook enorm op verkeken. We dachten: dat assortiment samenstellen kunnen we wel, maar die website wordt nog lastig. Het omgekeerde was echter waar. We hebben eindeloos geproefd, maar de meeste wijnen vonden we niet goed, of ze waren niet beschikbaar. We begonnen uiteindelijk met drie wijnen met een eigen label en verkochten voor de rest domeinwijnen. Omdat die drie labelwijnen het best liepen, besloten we uiteindelijk om alles onder eigen label te doen.
Toen mijn man Rob, zelf oud-marketeer, zich ertegen aan bemoeide en we met zijn hulp de uitstraling en uniformiteit van de labels verbeterden, kwam het echte succes. Nog steeds loopt het goed, en hebben we er veel lol in, mede door de inkoopreizen waarop de mannen altijd graag mee gaan. In de wijnwereld zijn de contacten altijd heel warm en het gaat ook altijd om lekker eten en mooie wijnen. Heel vriendschappelijk. Wijnboeren zijn gepassioneerde mensen, altijd bezig met het product. Thuis drinken we trouwens niet alleen maar wijnen van onze eigen import. Veel te eenzijdig. Dat is ook de reden dat we zo graag naar jullie Proeven tussen de Stellingen gaan. Ook afgelopen keer hebben we weer flink ingeslagen. Allemaal verschillende wijnen, verschillende smaken. Echt hele leuke dingen ontdekt. Zoals de El Paraguas uit Galicië! Duitse wijnen vind ik ook heel interessant. Ik kreeg laatst een fles van een vriendin, een grauburgunder uit Baden, die we blind proefden en waarvan we zeker wisten dat het een bourgogne was. We zaten met allemaal goede, bekende proevers, ik noem geen namen, maar iedereen trapte erin. Op een gegeven moment zaten we zelfs te raden uit welk Bourgognedorp de wijn kwam.
Meer wit dan rood
De dokter zal het er niet mee eens zijn, maar wijn drinken we elke dag. Even de dag doornemen met een glaasje erbij, daarna koken en lekker eten, met nog een glaasje. Ik vind wijn belangrijk. Als ik een fles open heb gemaakt die ik niet lekker vind, gooi ik hem weg. Ik vind dat namelijk niet zonde van de wijn, maar zonde voor mijzelf. Ik drink, net als de meeste vrouwen waarschijnlijk, overigens veel meer wit dan rood. En vrouwen drinken al helemaal geen krachtige, tanninerijke rode wijnen. Wij hebben meer smaakpapillen en ik denk daardoor een meer verfijnde smaak. Als we uit eten gaan, kiezen we trouwens echt voor het eten. Dat moet heel goed zijn, want anders eten we liever thuis. Momenteel gaan we graag naar Visque, een Parijsachtig visrestaurantje. De kaart is klein, maar de gerechten zijn supergoed en liefdevol gemaakt. Bij Vis aan de Schelde kom ik ook heel graag. Ik ben vis-georiënteerd. Sinck vind ik ook echt super. Ik ken Sabas Joosten (geen familie) natuurlijk goed van De Librije, maar ik vind de sfeer heel fijn, goed ingericht. Je drinkt er prachtig en eet er heerlijk.
In de buurt van ons huisje in Frankrijk zit een piepklein restaurantje om de hoek waar je uitstekend eet. Het is van twee vrouwen, een is de chef en de ander bedient. Hun stijl is biologisch en puur. Er worden alleen biodynamische wijnen en natuurwijnen geschonken. Daar ben ik best een beetje huiverig voor, want lang niet alle natuurwijnen zijn mooi: er zijn er genoeg die naar gist en appelsap of cider smaken. Maar daar laat ik me graag verrassen. In De Librije, bij Jonnie en Thérèse, eet ik hoogstens één à twee keer per jaar. Zo’n toprestaurant moet niet je kantine worden. Ik vind dat dingen die zo bijzonder zijn, ook bijzonder moeten blijven.”