Door Janny van der Heijden, 27 februari 2025
Sinds ik gastconservator ben van de tentoonstelling ‘Grand Dessert, de geschiedenis van het toetje’ – deze is nog tot en met 6 april 2025 te zien in het Kunstmuseum in Den Haag – lijkt het wel of iedereen die bij mij thuis komt eten, een meer dan gemiddeld grote belangstelling heeft ontwikkeld voor de desserts aan mijn dinertafel. En, merk ik, daar verwachten ze óók stiekem een dessertwijn bij. In die tentoonstelling, die overigens binnen anderhalve maand al honderdduizend bezoekers haalde, wordt in de dertien overvolle zalen niet alleen aandacht besteed aan geschiedenis, maar ook aan hedendaagse kunst. Dat brengt me op een dessertwijn die ik graag schenk met een net zo indrukwekkende geschiedenis als het grand dessert: monbazillac. Door de eeuwen heen is de bereidingswijze van deze drank telkens opnieuw verbeterd om zo elke keer een nieuwe doelgroep aan te kunnen spreken. Het verhaal gaat dat monniken van het klooster Saint-Martin rond de elfde eeuw wijnstokken aanplantten en culti-veerden op de zonovergoten heuvels van Mont Basilius. Op enig moment zouden ze de druiven te laat geoogst hebben en bleek de schil aangetast door de schimmel Botrytis cinéréa. Daardoor hadden de druiven veel vocht verloren en was het suikergehalte juist enorm toegenomen, wat een likoreuze wijn opleverde. Een zoete wijn die razend populair werd in de zeventiende en achttiende eeuw in de Republiek der Nederlanden. Inmiddels geven we meer de voorkeur aan droge witte wij-nen en drinken we monbazillac voornamelijk als dessertwijn. De Fransen zelf drinken hem ook nog steeds graag bij een gerecht als foie gras.
0.75l
Iedereen verwacht bij mij thuis ook een dessertwijn bij het toetje.
per fles bij 6 flessen, 16.95 15.75 per fles
Een heerlijke monbazillac die ik zelf graag drink is die van Château Vari. Sinds 2009 doen zij aan agriculture biologique en maken ze naast traditionele bergeracwijnen ook een aantal monbazillacwijnen. Deze monbazillac uit 2018 is dus ook volledig biologisch bereid uit 100% sémillondruiven. De wijn is strogeel van kleur, heeft een aangenaam aroma van wit fruit en honing, en is fris en tegelijk honingzoet. Ik drink hem het liefst vrij koel bij een vacherin of pavlova met vers fruit, bij een sorbet van steenvruchten met een coulis van frambozen, crème brûlée of een tarte tatin van peer. Of in de zomer – tip! – een tarte tatin van gehalveerde wilde perziken uit de oven, gevuld met amandelspijs. Ook bij blauwaderkaas als dessert is de wijn verrukkelijk, net als bij macarons en madeleines. En nog een leuk weetje: uit onderzoek is geble-ken dat het dessert het gerecht is dat je het meest bijblijft na een diner. Je kunt zelfs beter je voor-
gerecht laten mislukken dan je nagerecht, want die laatste maakt het meeste indruk. Dubbele reden dus om te scoren met een fijne dessertwijn!