Alle blogs

Prijs-kwaliteit

Door Xavier Kat, 23 februari 2023

Een wijn van €3,50. Kan dat wat zijn? Is die fles van €1.000,00 dat bedrag wel waard? Proef je boven de €50,00 überhaupt nog wel verschil in kwaliteit? En wat is de rol van marketing?

Zomaar wat vragen die wij regelmatig krijgen. Net zoals de vraag of je met de huidige hoge prijzen in de Bourgogne niet beter een net zo goede pinot noir voor veel minder uit Duitsland of Nieuw-Zeeland kan kopen. En of de prijzen voor de topwijnen zo hard omhoog gaan omdat de Chinezen alles opkopen. Een ding is zeker: de prijs van een wijn hangt niet alleen maar af van de kwaliteit en al helemaal niet van de productiekosten. Dus hoe komt het dan precies dat sommige wijnen – zeker in de laatste paar jaar – zo ongelooflijk in prijs zijn gestegen? Neem de wijnen uit de Bourgogne, en dan met name uit de Côte d’Or: daar zijn de witte wijnen al helemaal ‘hors de prix’. Maar hetzelfde geldt voor bepaalde wijnen uit Bordeaux, Barolo, Toscane en bijvoorbeeld Napa. 

De prijs hangt niet alléén af van de kwaliteit of de productiekosten

Het aantal zogenaamde cultwijnen is in korte tijd ook flink toegenomen, en hun prijzen stijgen navenant. Dit zijn producenten die hun prijzen in de markt minimaal zagen verdrievoudigen. Met deze wijnen wordt tegenwoordig volop gespeculeerd, waardoor producenten zich ‘gedwongen’ zien hun prijzen te verhogen om dit tegen te gaan. Dit is meteen het antwoord op de vraag waarom sommige wijnen zo in prijs zijn gestegen. Er is namelijk een levendige handel ontstaan, waarbij consumenten schaarse wijnen kopen om die enkele jaren later met flinke winst door te verkopen. Leuk als je nog wat oudere jaren, gekocht voor een redelijke prijs, hebt liggen. Maar niet heel aantrekkelijk om nieuwe oogstjaren te kopen, bedoeld om zelf van te genieten. Om over flessen als Petrus of de Romanee-Conti-wijnen maar te zwijgen. Want flessen die vele duizenden euro’s kosten, trek je die überhaupt nog open? En wat verwacht je dan in je glas te krijgen?


Wat kost een fles?
Laten we eens beginnen met te kijken wat het maken van een fles wijn eigenlijk kost. Daar is sowieso niet een gemakkelijk en eenduidig antwoord op te geven. De productiekosten lopen per land, streek en producent erg uiteen. Bovendien heeft een eeuwenoud familiedomein vaak geen schulden als het gaat om de financiering van land en gebouwen, terwijl een starter hier jaarlijks flink op af moet lossen. Het ene domein heeft land dat makkelijk (machinaal) is te bewerken, terwijl het bij de ander allemaal handwerk is. De een kan door druivenras en klimaat, of irrigatie, hoge rendementen produceren en de ander juist niet. Daarnaast heeft een groot bedrijf schaalvoordelen, terwijl een kleine producent moet leven van de opbrengst van een paar hectare. Dan zijn er ook nog de verschillen in de producten die je kiest om je land te bewerken, te bemesten en te beschermen, hoe je oogst en selecteert en hoe je werkt in je kelder en de manier en lengte van de opvoeding. Wie kiest voor het produceren van kwaliteit, betaalt daarvoor. Zeker als dit ook nog eens biologisch en/of duurzaam gebeurt.


Graag zoom ik hier even in op de kosten van een fles voordat er überhaupt één druppel wijn in zit. Voor een grote producent, met veel inkoopvoordeel, zit dat voor een fles met kurk, capsule, etiket en rugetiket, doos en de kosten van het bottelen op grofweg € 0,70 exclusief btw. Voor een kleinere producent zit dat al snel op € 1,20 per fles. En tel daar in de huidige tijd, met de zeer hoge prijzen voor energie, glas en papier/karton gerust nog 30% bij op. Het buitenlands transport zit inmiddels ook op zo’n €0,15 per fles. Dan komt daar in Nederland nog €0,66 accijns bovenop en daar overheen nog eens 21% btw. Zonder wijn kom je dan al op een prijs van grofweg tussen de €2,10 en €2,70. Dat betekent dat in een fles in de supermarkt van €3,50 slechts voor €1,40 inclusief btw aan wijn zit. Als we uit dat bedrag de marge van de supermarkt en de importeur of agent halen, dan blijft er niet veel meer dan een euro over om de wijn daadwerkelijk van te maken. Daar moet ook het personeel ter plekke van betaald worden, alle investeringen in het bedrijf voor worden gedaan, verzekeringen van worden betaald en belasting over worden afgedragen. Je zou bijna vergeten dat er om daadwerkelijk wijn te kunnen maken een klein jaar lang in de wijngaard is gewerkt en ook nog eens enkele maanden in de kelder. Voor dat geld is het moeilijk om kwalitatief en duurzaam te werken. Het goede nieuws is dat alles wat je bereid bent om extra te betalen, al snel terug te vinden is in de kwaliteit van werken en de kwaliteit in de fles.

 

Wijn maken is arbeidsintensief
Tegelijkertijd moeten we ons goed realiseren dat alle directe kosten om een wijn in een fles te krijgen en vervolgens in Nederland op het schap, slechts een fractie van de daadwerkelijke kosten zijn. 

Flessen van vele duizenden euro's, trek je die überhaupt nog open?

Wijn maken is namelijk zeer arbeidsintensief en de loonkosten zijn daardoor hoog. Daarnaast zijn er allerlei dure machines nodig voor in de wijngaard, zoals tractoren, ploegen, bemestings- en sproeisystemen, roterende maaiers etc. In de kelder zijn dat er nog meer, zoals een druivenpers, ontsteelmachine, pompen, filterapparatuur, koelsystemen, rvs-vaten, eikenhouten vaten, assemblagetanks, en dat zijn ze nog lang niet allemaal. Dan is er het jaarlijkse onderhoud en de reparaties. De kosten van brandstof, elektriciteit en water. Het gebruik van alle gebouwen, de verzekeringen, opleiding, innovatie, sales en marketing, administratie, computersystemen, laboratorium- en advieskosten en ga zo maar door. Daarnaast zijn, zeker in de bekende wijngebieden, de grondprijzen zo enorm gestegen, dat dit directe invloed heeft op de druivenprijzen. Neem een gebied als de Champagne, waar veel van de grote producenten afhankelijk zijn van de inkoop van druiven. Daar ligt de kiloprijs momenteel rond de €7,00, terwijl je voor de productie van een fles champagne 1,2 kilo druiven nodig hebt. Dan begrijp je beter waarom dit product zo duur is.


Voor iedere (beginnende) wijnproducent is het daarom heel belangrijk om te weten wat mensen bereid zijn om te betalen voor je wijn. Dat gaat namelijk bepalen of je wijndomein überhaupt levensvatbaar is. En dat heeft weer voor een groot deel te maken met vraag en aanbod. Wijnen uit de bekende, gevraagde gebieden kosten daarom meer. Enerzijds omdat de grondprijzen hier dus een stuk hoger liggen, maar anderzijds omdat de vraag naar de wijnen groot is. Een wijnboer die altijd uitverkoopt, zal zijn prijzen kunnen verhogen. Met de verandering van het klimaat en de extremen die het weer hierdoor steeds vaker laten zien, is de hoeveelheid druiven – en daarmee de hoeveelheid wijn – de laatste jaren bovendien vaak onder het gemiddelde geweest. Hagel, regen, vorst, hitte, droogte: het was allemaal in het nadeel van de wijnproductie. Streken als de geplaagde Bourgogne produceerden in 2021 nauwelijks de helft van het normale volume. U begrijpt wat dit met de prijzen deed… Die gingen door de schaarste flink omhoog.

 

Garantie voor kwaliteit
Maar waar moet je dan op letten als je op zoek bent naar veel wijn voor je geld? De wijnen uit de bekende streken zijn dus vaak duurder. We mogen aannemen dat dit vanwege de hoge kwaliteit ook gerechtvaardigd is, maar soms wordt het ook te gortig. Neem de Bourgogne. Al vele jaren zijn de wijnen uit de beroemde Côte de Beaune door de hoge vraag zeer kostbaar. De aangrenzende Côte Chalonnaise is minder bekend, maar produceert uitstekende en beter betaalbare Bourgognes. Hetzelfde geldt voor de Mâconnais. Daar is de kwaliteit de laatste jaren enorm verbeterd, terwijl de prijzen er nog redelijk te noemen zijn. Daarnaast zijn er gebieden buiten de Bourgogne waar ook uitstekende chardonnay wordt gemaakt. Denk aan koelere regio’s als Noord-ItalIë, de Jura, kustgebieden in Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland. Als ik in een restaurant zin in een mooie witte Bourgogne heb, zal ik dan ook eerder een Montagny, een Rully of een Saint-Véran kiezen dan een Meursault of Puligny-Montrachet.

De kiloprijs voor druiven in de Champagne ligt rond de zeven euro. Voor het maken van één fles heb je 1,2 kilo nodig.

Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor Sancerre, een beroemd wijndorp uit de oostelijke Loire. Als ik daar op een wijnkaart een niet te dure fles van zie, dan zal ik aarzelen, want meestal zijn dit toch de mindere goden. Als ik dan uit het nabijgelegen Côteaux du Giennois een even dure fles op de kaart zie, is de kans aanzienlijk dat de kwaliteit hoger is, gewoonweg omdat de prijzen daar een stuk lager liggen. De garantie voor een goede kwaliteit ligt natuurlijk bij de persoon die de inkoop doet. Bij sommige restaurants weet ik dat ik daar blind op kan varen.

 

Reputatie zegt alles
Voor een goede prijs-kwaliteit ga ik ook graag op de reputatie van een producent af. Vaak genoeg maken bekende producenten op akkertjes net buiten het gebied waar ze beroemd om zijn, voortreffelijke en betaalbare wijnen. Neem onze eigen Vaucluse van Pesquier, de Puech Noble van Rostaing of de Tourettes-wijnen van Guffens; stuk voor stuk geweldige wijnen voor interessante prijzen. Dan zijn er landen die minder welvarend zijn, waardoor enerzijds de productiekosten lager liggen (door lonen en grondprijzen), maar waar ook, met het oog op de thuismarkt, de flesprijzen lager liggen. Een goed voorbeeld hiervan is Spanje. Er is geen land waar zoveel kwaliteit vandaan komt, tegen zulke aantrekkelijke prijzen. Ook hier geldt dat je voor de wijnen uit de bekende streken meer betaalt, maar het aanbod in dit land is zo breed en zo divers, dat het volop kansen biedt. Voor een land als Zuid-Afrika geldt, alhoewel op een kleinere schaal, hetzelfde. In Italië ligt dat al iets anders; de echt goede dingen zijn daar vaak niet goedkoop, maar ook in dit land is het aanbod breed en zijn er veel mooie verrassingen. In een land als de Verenigde Staten is het omgekeerde een feit. De thuismarkt is daar groot en de Amerikaan is bereid om veel te betalen voor een fles. De prijzen liggen er hierdoor gemiddeld hoog. Een producent als onze Cannonball is daar vrijwel uniek.

 

Al draagt een aap een gouden ring…
Wat we in de supermarkten vaak zien, en waar ik zelf huiverig voor ben, zijn simpele wijnen in een zeer luxe verpakking. Producenten willen zich daarmee onderscheiden van de andere wijnen op de plank. Net zoals dat biologisch niets zegt over kwaliteit (al geven we daar natuurlijk wel graag de voorkeur aan), doet een verpakking dat ook niet. Die hele zware dikke flessen zijn daarnaast totaal niet milieubewust. Vaak zitten ze ook nog volgeplakt met medailles en ook dat zegt helaas onvoldoende over hoe goed en lekker de wijn is. Nee, je kunt je wijn beter ergens vandaan halen waarvan je weet dat ze er streng selecteren en waar je kunt vertrouwen op de kwaliteit. Een plek ook waar je advies kunt inwinnen over wijn die aansluit bij je persoonlijke smaak. Bij Okhuysen zit je dan goed: de wijnselectie en het persoonlijke advies zijn niet voor niets twee van onze belangrijkste assets. En natuurlijk het feit dat het hele team zelf ook gek op wijn is en dol is op het eigen assortiment. Wellicht de beste garantie!

Alle wijnen

Bekijk het hele wijnaanbod