In deze rubriek gaan we iets dieper in op de geschiedenis en de karakteristieken van de beroemdste druiven. Dit keer staat de gamay noir in de schijnwerpers. Deze druif is beroemd om zijn opwekkende wijnen en dan vooral die uit de Beaujolais. Maar hij staat op veel meer plekken in Frankrijk succesvol aangeplant.
Een schadelijke druif
Gamay wordt ook vaak gamay noir à jus blanc genoemd om hem te onderscheiden van de gamay teinturier de Bouze en gamay teinturier de Chaudenay. Deze ‘teinturiers’ hebben rood vruchtvlees en geven vaak kleur aan de lichtere wijnen van de gamay noir. Gamay noir is een zeer oud druivenras uit de Bourgogne. De naam van deze druif duikt voor het eerst op in een decreet uit 1395: “Een zeer slechte en ontrouwe variëteit genaamd gameez, waaruit overvloedige hoeveelheden wijn komen. En deze wijn is van zo’n soort dat hij zeer schadelijk is voor menselijke wezens, zo erg zelfs dat veel mensen die hem in het verleden hadden, werden geteisterd door ernstige ziekten. Iedereen die gameez heeft, moet ze binnen vijf maanden rooien.” Aldus de Hertog van Bourgogne, die duidelijk niet veel ophad met de wijnen van de gamay. Ondanks de felle vervolging blijft de druif door de eeuwen heen populair bij de boeren die hem verbouwen.
Gamay is eigenlijk een stokoude hipster.
Dit komt omdat de stokken uitbundige rendementen kunnen geven. Hoewel gamay vroeg uitloopt in de wijngaard, en daarmee erg gevoelig is voor voorjaarsvorst, is hij gemakkelijk te cultiveren. Hij rijpt namelijk wat vroeger, waardoor hij zeer geschikt is voor koelere klimaten, zoals de Loire. Hier staat hij aangeplant op de vulkanische bodems van de Auvergne, Centre, Orléanais, Touraine en Anjou. Naast de Beaujolais en dus ook de Loire, staat er natuurlijk nog steeds veel gamay aangeplant in de Bourgogne, Savoie, Jura en Rhône.
Fruitig en doordrinkbaar
De frivole gamay geeft over het algemeen elegante wijnen met expressieve tonen van rood fruit als frambozen, bosbessen en veenbessen. Maar van arme bodems, zoals op het graniet van de cru’s van de Beaujolais kan hij wel degelijk serieuze wijnen voortbrengen, wijnen met structuur en zelfs een groot bewaarpotentieel, maar altijd in een frisse zetting. Met zijn typische frisse zuren blijft gamay altijd ‘gouleyant’ zoals ze dat in de bistrots van Lyon graag zeggen. Hiermee doelen ze op het doordrinkbare en fruitige karakter van de wijnen. Gamay is dan ook bij uitstek dé rode wijn om met warm en zomers weer wat gekoeld te drinken. Laat je door dat elegante karakter overigens niet misleiden, de wijnen van deze druif zijn aan tafel vaak geweldenaars die de meest stevige, rijke en complexe gerechten met gemak kunnen begeleiden. Gamay is dan ook niet meer weg te denken uit de hippe wijnbars van Parijs, London, San Francisco en New York. Zelfs ruim zeshonderd jaar na de rigoureuze vervolging verovert deze druif opnieuw de wereld met zijn vrolijke en spannende wijnen!