Guus wordt geboren in het jaar 1963 en vierde onlangs zijn zestigste verjaardag. Natuurlijk ben ik benieuwd wat er op deze feestelijk dag gedronken werd. Guus vertelt dat ze geslapen hebben in Traube Tonbach te Baiersbronn in het Zwarte Woud en daar aten in de Schwarzwaldstube, een driesterrenrestaurant met een geweldige wijnkaart. Guus: “Een fantastisch restaurant en de wijnprijzen zijn er heel netjes. Ik heb van de kaart een lekkere fles uitgekozen, een 2014 Meursault van Coche-Dury, die zich prachtig liet drinken. Er stonden meerdere oogstjaren op de kaart, maar ik koos bewust de 2014. De sommelier bevestigde me de goede keuze. Op dit soort momenten bestel ik graag een fles in plaats van een wijnarrangement.Het wordt dan wel vaak een fles wit, maar dan neem ik nog een glaasje rood bij een vleesgerecht.” Dus geen fles uit je geboortejaar geopend? Guus: “Nee, eigenlijk niet. Ik heb wel wat flessen, maar het was een zwak oogstjaar. Behalve port, daar was het goed en daar heb ik het nodige van kunnen kopen. Maar mijn vrouw is uit 1961, een topjaar natuurlijk. Toen zij 61 werd, heb ik een fles 1961 Château Latour opengemaakt. Die had ik meegenomen naar Restaurant de Bokkedoorns. Echt een schitterende wijn. Ooit een keer op een veiling gekocht. Één fles. Dat is natuurlijk een gok, maar hij was echt heel mooi.”
Ik koos bewust voor de 2014 Coche-Dury, volgens de sommelier een goede keuze.
Van beursvloer naar wijnacademie
Uit alles blijkt dat Guus een groot liefhebber is. Hij ontdekt de wijn pas na zijn studie, als hij al aan het werk is. ’s Avonds eten ze in die tijd regelmatig een hapje met collega’s, en daar wordt dan wijn bij besteld. Guus: “Ik begon me erin te verdiepen, te lezen. Ik werkte destijds op de beurs, op de vloer. Een prachtig spel, heel spannend en intensief. Je moest heel snel kunnen rekenen en handelen. Met een man of tien stonden we in een ‘crowd’ – en mijn lengte was daarbij bepaald geen nadeel. Maar toen de fysieke beursvloer stopte en we allemaal achter een computerscherm moesten kruipen, werd het een ander vak. Ik ging minder werken en besloot in 2004 na een vooropleiding de vinologenopleiding bij de Wijnacademie te volgen.”
Guus steekt eigenlijk in alles wat hij doet veel energie. Als hij op de middelbare school kennismaakt met basketbal en vervolgens in clubverband gaat spelen, blijkt hij al snel talent te hebben. Hij wordt geselecteerd voor het Nederlands jeugdteam en speelt uiteindelijk op het hoogste niveau in Nederland, in de eredivisie. Daar wordt hij rookie van het jaar; de prijs voor het grootste talent. Na twee jaar kiest hij toch voor zijn studie en een toekomst buiten het basketbal. Op een lager niveau blijft hij doorspelen. Hij wordt fanatiek als hij iets heel leuk vindt, zoals basketbal, zijn werk en dus ook wijn. Dat verklaart dat hij na het behalen van zijn vinologenopleiding direct Vinoloog van het jaar wordt. Guus: “Tja, met al dat proeven in proefgroepjes om een referentiekader op te bouwen, zaten we er goed in. Ik deed mee aan die blindproefwedstrijd en was blijkbaar in vorm. We moesten twaalf wijnen proeven, en daarbij goed beargumenteren wat we dachten te proeven. Zo moesten we bij drie achtereenvolgende wijnen benoemen wat ze met elkaar gemeen hadden. Nou ja, dat was de druif, riesling. Daarna vroegen ze naar de landen van herkomst van de wijnen, met de specifieke kenmerken per land voor die druif. Dat deed ik blijkbaar foutloos. Oostenrijkse riesling is toch wat complexer. Duits wat droger en wat puurder, zuiverder, Elzas wat bloemiger en wat fruitiger. Uiteindelijk won ik met vijf punten verschil.”
Hij wordt fanatiek als hij iets heel leuk vindt, zoals basketbal, zijn werk en dus ook wijn.
Guus wordt daarna nog vaker uitgenodigd voor proefteams, om mee te doen aan blindproefwedstrijden. Zo wint hij de Grand Prix Saint-Hubert en wordt hij in 2018 met zijn team Nederlands Kampioen blindproeven. Enkele maanden later vertegenwoordigen ze Nederland op het WK in Zuid-Frankrijk, waar ze keurig in de middenmoot eindigen. Inmiddels is hij er niet meer zo druk mee. Het hoeft niet echt meer.
Diversiteit in de wijnkelder
Naast dat Guus een zeer goede proever is, verzamelt hij ook al flink wat jaren wijn. Waar let je op als je wijnen koopt? Guus: “Ik probeer vooral nieuwe ontwikkelingen te volgen; nieuwe wijnmakers, nieuwe ideeën. En ook de nieuwe generatie die zich nu overal installeert. Regelmatig doen ze dingen net even anders dan hun ouders en dat kan mooie verrassingen opleveren. Maar daarnaast volg ik ook enkele vaste namen, vooral (rode) bourgognes – ik ben gek op de elegantie, de verschillen, al die kleine percelen – en natuurlijk Duitse riesling. Maar ja, die kelder van mij is helemaal vol, daar past niets meer bij. Nu vind ik het vooral heerlijk om daar naar binnen te lopen om een fles uit te zoeken die past bij de gelegenheid. Gelukkig heb ik een grote diversiteit aan wijnen in m’n kelder, dus er zit altijd wel wat bij. Ik focus niet op één land of gebied. Ik vind alle verschillen tussen die streken en landen juist heel interessant. Maar ik ben vooral op zoek naar wijnen met een bijzonder verhaal. Bij Okhuysen zijn er altijd leuke nieuwe dingen te ontdekken, zoals dat aanbod van die onversterkte wijnen uit Madeira. Dat vind ik leuk.”
Ben je in het dagelijks leven ook heel bewust aan het proeven als je wijn drinkt? Guus: “Ja, toch wel. Ik probeer altijd dingen te herkennen en te begrijpen. Dan ga ik op zoek naar de druif, de streek, het land.” Ik weet dat jij inmiddels veel bijzondere proeverijen hebt meegemaakt, maar is er één die je altijd bij zal blijven? Guus: “Als ik er dan één moet noemen is dat de lunch met vader en zoon Chave in Restaurant de Zwethheul, die jij voor het afscheid van je vader had georganiseerd. Met Mario Ridder en Cees Helder samen achter het fornuis en jij samen met je vader. We dronken prachtige witte en rode hermitages en zelfs Cuvée Cathelin. Dat was een middag om nooit te vergeten!”