Tot verbazing van velen kochten zij in 1999 grond in Extremadura – een gebied bekend om zijn goedkope bulkwijnen – voor een nieuw wijnproject. Ze kozen binnen de regio bewust voor de DO Ribera del Gaudiana. Dicht tegen de Portugese grens aan gelegen heeft deze streek niet alleen een zeer interessante bodem van kalk, klei, stenen en zand in verschillende samenstellingen, maar ook een bijzonder microklimaat dat mede wordt beïnvloed door de Atlantische Oceaan. Op een paar kilometer afstand, over de grens in Portugal, werden in die tijd al schitterende wijnen gemaakt, van druiven die perfect aangepast waren aan de omstandigheden. De Spaanse overheid had echter bepaald dat in Ribera del Gaudiana tempranillo aangeplant moest worden. Bij Alvear luisterden ze hier maar met een half oor naar. Slechts een deel van de wijngaarden beplantten ze met tempranillo, voor de rest kozen ze na uitgebreid bodemonderzoek voor Portugese rassen en nog wat garnacha en syrah. Ook besloten ze tot een biologische aanpak en gingen ze al vanaf het begin aan de slag met micro-cuvées, gericht op terroirexpressie en elegantie. Zeer innovatief voor de streek en het Spanje van die tijd. Inmiddels is Palacio Quemado een bron van inspiratie voor veel jonge boeren!
Micro-cuvées gericht op terroirexpressie en elegantie
